Duo-interview

Joyce de Boer & Martin Tichelaar over verbeterde werkomstandigheden

Joyce de Boer, allround medewerker EFC Raalte

Martin Tichelaar, manager EFC Raalte

Martin: “Afgelopen voorjaar hadden we in ons e-fulfilment center een grote proceswijziging. We waren overgestapt op nieuwe koelboxen, kregen andere procedures en een aangepaste indeling van de vloer. Het effect van die wijzigingen hebben we onderschat. Ook het roosteren liep niet lekker. Uitzendkrachten werden bijvoorbeeld voor zes dagen ingedeeld en kregen dan een dag vrij als het wat minder druk was. Dat gaf hen een soort beschikbaarheidsstress. Het was voor deze collega’s lastig om privé-activiteiten te plannen. We merkten dat vaak op maandag, wat hier een drukke dag is. Het verzuim was dan hoger dan normaal, waardoor de aanwezige collega’s extra aan de bak moesten.”

Joyce: “Door alle wijzigingen liep het gewoon niet lekker. Er waren kinderziektes en we zaten ook nog eens in een periode met erg veel orders. Als trainer heb ik vaak contact met de collega's, waardoor ik merkte dat mensen op hun tandvlees liepen. Het is allemaal wel goed opgepakt. Je moet duidelijk maken dat niet alles in één dag verbeterd kan worden. En dat collega's ook zelf aan de bel moeten trekken als iets niet goed loopt. Het vertrouwen moet groeien. Ik heb de gezichten van collega's in de loop van het jaar wel zien opklaren.”

Martin: “Werkdruk staat nu heel specifiek op de agenda. Ik was al in gesprek met de uitzendbureaus over het verbeteren van de planning. Maar de geluiden die we afgelopen voorjaar opvingen, zorgden ervoor dat we versneld in actie kwamen. Het inroosteren is inmiddels drastisch gewijzigd. Collega’s weten nu ruim van tevoren op welke dagen ze werken. Je merkt direct dat zoiets tot minder uitval leidt. Het plannen van de diensten gaat nu in goed overleg. De menselijke maat is weer terug. Het is een hele opsteker om te merken dat onze nieuwe aanpak gewaardeerd wordt. We hebben echt een omslag weten te maken.”

Joyce: “Collega's vinden het een stuk prettiger om in overleg hun diensten te plannen. Ze worden ook gestimuleerd om aan te geven als iets niet volgens afspraak gaat. Dat is misschien nog wel het belangrijkste, dat er naar ze geluisterd wordt, dat ze niet zomaar een nummertje zijn.”